zeil

"zeil" Deutsch Übersetzung

„zeil“: onzijdig

[zɛĭl]onzijdig | Neutrum, sächlich n

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Beispiele

alle zeilenmeervoud | Plural pl bijzetten

alle Segelmeervoud | Plural pl aufziehen

alle zeilenmeervoud | Plural pl bijzetten
alle zeilenmeervoud | Plural pl bijzetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

sich (voll) ins Zeug legen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

alle zeilenmeervoud | Plural pl bijzetten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
onder zeil gaan

unter Segel gehen

onder zeil gaan
onder zeil gaan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

einschlafen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

onder zeil gaan figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
de wind in de zeilen hebben

Erfolg haben

de wind in de zeilen hebben
iemand de wind uit de zeilen nemen

jemandem den Wind aus den Segeln nehmen

iemand de wind uit de zeilen nemen
een oogje in het zeil houden

ein Auge aufiets | etwas etwas haben

aufpassen

een oogje in het zeil houden

Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen

een oogje in het zeil houden

nach dem Rechten sehen

een oogje in het zeil houden

(die Sache) im Auge behalten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

een oogje in het zeil houden