„waar“: bijwoord waarbijwoord | Adverb adv Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) wo wo waar waar Beispiele waar … heen wohin waar … heen waar … ook wo auch immer waar … ook waar … vandaan? woher? waar … vandaan? „waar“: voegwoord waarvoegwoord | Konjunktion, Bindewort konj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) da, weil da, weil waar waar
„waar“: bijvoeglijk naamwoord waarbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) wahr, richtig, recht wahr waar waar richtig, recht waar waar Beispiele het ware geloof der rechte Glaube het ware geloof ware grootte natürliche Größevrouwelijk | Femininum, weiblich f ware grootte eerlijk waar! wirklich wahr! eerlijk waar! heus waar? wirklich wahr?, echt? heus waar? ’t is wel waar! (es stimmt) doch! ’t is wel waar! dat is waar ook! (das) stimmt ja! Moment (mal)! dat is waar ook! ’t zal toch niet waar! das darf (doch) nicht wahr sein! ’t zal toch niet waar! waar of niet? oder (etwa) nicht? waar of niet? Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen
„waar“: zelfstandig naamwoord waarzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <waren> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Ware Warevrouwelijk | Femininum, weiblich f waar waar