jaar

"jaar" Deutsch Übersetzung

„jaar“: onzijdig

onzijdig | Neutrum, sächlich n

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Beispiele

komend (of | oderod volgend) jaar

nächstes Jahr

komend (of | oderod volgend) jaar
verleden (of | oderod vorig) jaar

voriges Jahr, im Vorjahr

verleden (of | oderod vorig) jaar
jaar in, jaar uit

jahraus, jahrein

jaar in, jaar uit
in de jaren negentig

in den Neunzigerjahren

in de jaren negentig
om de twee jaar

alle zwei Jahre, jedes zweite Jahr

om de twee jaar
jaar

Jahr für Jahr

jaar
op zijn tiende jaar

mit zehn Jahren

op zijn tiende jaar
op jaren komen

in die Jahre kommen

op jaren komen
hij is reeds op jaren

er ist schon bei Jahren

hij is reeds op jaren
over een jaar

in einem Jahr

over een jaar
van dit jaar

dieses Jahres

diesjährig

van dit jaar
van het vorig jaar

vorigen Jahres

van het vorig jaar
uit het jaar nul

aus dem Jahr Null

uit het jaar nul

Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen

zwei Jahreonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl (Gefängnis) mit Bewährung

van het jaar nul

von anno dazumal

van het jaar nul

vorig jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n

ook | aucha. Vorjahronzijdig | Neutrum, sächlich n

vorig jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n

kerkelijk jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n

Kirchenjahronzijdig | Neutrum, sächlich n

kerkelijk jaaronzijdig | Neutrum, sächlich n

maar eens in de 10 jaar

nur ein Mal in 10 Jahren, alle 10 Jahre nur ein Mal

maar eens in de 10 jaar

einde van het jaar

Jahresendeonzijdig | Neutrum, sächlich n

einde van het jaar