Niederländisch-Deutsch Übersetzung für "dag"
"dag" Deutsch Übersetzung
het krieken van de dag
der Tagesanbruch, das Morgengrauen
het krieken van de dag
verloop van de dag
Tagesablaufmannelijk | Maskulinum, männlich m
verloop van de dag
op zekere dag
eines Tages
op zekere dag
soep van de dag
Tagessuppevrouwelijk | Femininum, weiblich f
soep van de dag
op een goeie dag
eines schönen Tages
op een goeie dag
dag van aankomst
Ankunftstagmannelijk | Maskulinum, männlich m
Anreisetagmannelijk | Maskulinum, männlich m
dag van aankomst
bij het aanbreken van de dag
bei Tagesanbruch
bij het aanbreken van de dag
de oude dag
gesprek van de dag
Tagesgesprächonzijdig | Neutrum, sächlich n
gesprek van de dag
elke dag is er een
jeder Tag zählt
elke dag is er een
menu(kaart) van de dag
Tagesmenüonzijdig | Neutrum, sächlich n
Tageskartevrouwelijk | Femininum, weiblich f
menu(kaart) van de dag
aan de orde van de dag
an der Tagesordnung
aan de orde van de dag