„vrees“: zelfstandig naamwoord vreeszelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Furcht, Befürchtung, Angst Furchtvrouwelijk | Femininum, weiblich f vrees Angstvrouwelijk | Femininum, weiblich f vrees vrees Befürchtungvrouwelijk | Femininum, weiblich f vrees vrees Beispiele iemand vrees aanjagen jemandem Angst einjagen (of | oderod einflößen) iemand vrees aanjagen de vrees wegnemen bij die Angst nehmen (datief, 3e naamval | Dativdat) de vrees wegnemen bij