slepen

"slepen" Deutsch Übersetzung

„slepen“: werkwoord

[ˈsleːp-]werkwoord | Verb v

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

schleppen
slepen

slepen
ook | aucha. bugsieren
slepen zee- en scheepvaart | Nautik/SchifffahrtSCHIFF

slepen zee- en scheepvaart | Nautik/SchifffahrtSCHIFF
schleifen
slepen

slepen

Beispiele

laten slepen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

in die Länge ziehen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

laten slepen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
slepend

schleichend Krankheit

slepend

in de wacht slepen

ergattern, einheimsen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

in de wacht slepen

er met de haren bij slepen

an den Haaren herbeiziehen

er met de haren bij slepen

iets uit het vuur slepen

iets | etwasetwas herausschlagen (of | oderod an Land ziehen) figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

iets uit het vuur slepen