beneden

"beneden" Deutsch Übersetzung

„beneden“: bijwoord

[bəˈneːdə(n)] omgangstaal | umgangssprachlichumg [-ˈneːĭə(n)]bijwoord | Adverb adv

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

[bəˈneːdə(n)] omgangstaal | umgangssprachlichumg [-ˈneːĭə(n)]voorzetsel | Präposition, Verhältniswort präp

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Beispiele

beneden iets blijven

iets | etwasetwas unterbieten

iets | etwasetwas unterschreiten

beneden iets blijven

naar beneden laten

herunterlassen, hinunterlassen

naar beneden laten

beneden peil

unter allem Niveau

beneden peil

van boven tot beneden (of | oderod onderen)

von oben bis unten

van boven tot beneden (of | oderod onderen)

beneden alle kritiek zijn

unter aller Kritik sein

beneden alle kritiek zijn

naar beneden vallen

herunter-, hinunterfallen

naar beneden vallen