„aanwaaien“: werkwoord aanwaaien [ˈ-νaːĭə(n)]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) anwehen anwehen aanwaaien aanwaaien Beispiele komen aanwaaien hereingeschneit kommen zufliegen (datief, 3e naamval | Dativdat) in den Schoß fallen (datief, 3e naamval | Dativdat) komen aanwaaien