„zwier“: zelfstandig naamwoord zwierzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Schwung, Grazie, Eleganz Schwungmannelijk | Maskulinum, männlich m zwier zwier Grazievrouwelijk | Femininum, weiblich f zwier Eleganzvrouwelijk | Femininum, weiblich f zwier zwier Beispiele aan de zwier gaan omgangstaal | umgangssprachlichumg bummeln omgangstaal | umgangssprachlichumg aan de zwier gaan omgangstaal | umgangssprachlichumg aan de zwier gaan auf die Pauke hauen aan de zwier gaan