„vogel“: zelfstandig naamwoord vogelzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Vogel Vogelmannelijk | Maskulinum, männlich m vogel ook | aucha. omgangstaal | umgangssprachlichumg Person vogel ook | aucha. omgangstaal | umgangssprachlichumg Person Beispiele een vogel voor de kat zijn figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig eine leichte Beute sein figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een vogel voor de kat zijn figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een vogel voor de kat zijn dran glauben müssen een vogel voor de kat zijn ne vogel voor de kat Vlaams | flämischfläm ≈ ein gefundenes Fressen ne vogel voor de kat Vlaams | flämischfläm