„voeg“: zelfstandig naamwoord voeg [v̊uˑx]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Fuge, Naht Fugevrouwelijk | Femininum, weiblich f voeg Nahtvrouwelijk | Femininum, weiblich f voeg voeg Beispiele in dier voege dergestalt, in der Weise in dier voege uit zijn voegen barsten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig aus allen Nähten platzen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig uit zijn voegen barsten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig