vlees

"vlees" Deutsch Übersetzung

„vlees“: onzijdig

onzijdig | Neutrum, sächlich n

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Beispiele

gesneden vlees

Aufschnittmannelijk | Maskulinum, männlich m

gesneden vlees
goed in zijn vlees zitten omgangstaal | umgangssprachlichumg

(eher) füllig sein Person omgangstaal | umgangssprachlichumg

goed in zijn vlees zitten omgangstaal | umgangssprachlichumg
zonder vlees

ook | aucha. fleischlos

zonder vlees

gemarineerd vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

ook | aucha. Sauerbratenmannelijk | Maskulinum, männlich m

gemarineerd vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

bevroren vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

Gefrierfleischonzijdig | Neutrum, sächlich n

bevroren vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

gestoofd vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

Schmorbratenmannelijk | Maskulinum, männlich m

gestoofd vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

gebraden vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n

ook | aucha. Bratenmannelijk | Maskulinum, männlich m

gebraden vleesonzijdig | Neutrum, sächlich n