„toon“: zelfstandig naamwoord toonzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <tonen> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Ton Tonmannelijk | Maskulinum, männlich m toon toon Beispiele op (een) barse toon in barschem Ton op (een) barse toon uit de toon vallen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig aus dem Rahmen fallen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig uit de toon vallen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig