„sparen“: werkwoord sparenwerkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) sparen, verschonen, scheuen sparen sparen sparen (ver)schonen sparen sparen scheuen keine Mühe, Kosten sparen sparen Beispiele spaart u de moeite! sparen Sie sich die Mühe! spaart u de moeite! zijn ogenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl sparen seine Augenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl schonen zijn ogenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl sparen
