schappelijk
[ˈsxɑpələk]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adjÜbersicht aller Übersetzungen
(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)
- schappelijk
- glimpflichschappelijkschappelijk
- vernünftig, zivil Preisschappelijkschappelijk
Beispiele
- er (nog) schappelijk afkomenglimpflich davonkommen