„repliek“: zelfstandig naamwoord repliek [rəˈpliˑk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Replik, Erwiderung, Gegenrede Replikvrouwelijk | Femininum, weiblich f repliek Erwiderungvrouwelijk | Femininum, weiblich f repliek Gegenredevrouwelijk | Femininum, weiblich f repliek repliek Beispiele van repliek dienen entgegnen (datief, 3e naamval | Dativdat) Kontra geben (datief, 3e naamval | Dativdat) van repliek dienen