„plegen“: transitives Verb plegentransitives Verb v/t Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) begehen, verüben begehen, verüben Verbrechen plegen plegen Beispiele overleg plegen (sich) beraten overleg plegen verzet plegen Widerstand leisten verzet plegen
„plegen“: intransitief/onovergankelijk werkwoord plegenintransitief/onovergankelijk werkwoord | intransitives Verb v/i Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) pflegen pflegen plegen plegen Beispiele hij placht vroeg op te staan ook | aucha. er war gewohnt, früh aufzustehen hij placht vroeg op te staan
