„oud“: bijvoeglijk naamwoord oud [ɑut]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) alt alt oud oud Beispiele even oud ook | aucha. gleichaltrig even oud de oude dag die alten Tagemannelijk meervoud | Maskulinum Plural mpl das Alter de oude dag oude van dagen Alte(r) oude van dagen bij het oude blijven/laten beim Alten bleiben/lassen bij het oude blijven/laten hoe ouder, hoe gekker Alter schützt vor Torheit nicht hoe ouder, hoe gekker Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen