onroerend
[ˈ-ruːrənt]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adjÜbersicht aller Übersetzungen
(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)
- unbeweglichonroerendonroerend
Beispiele
- onroerend goederenonzijdig meervoud | Neutrum Plural nplImmobilienvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fplLiegenschaftenvrouwelijk meervoud | Femininum Plural fpl