„nekken“: werkwoord nekkenwerkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) das Genick brechen, vermasseln, torpedieren zugrunde richten das Genick brechen (datief, 3e naamval | Dativdat) nekken nekken vermasseln, torpedieren nekken nekken zugrunde richten nekken nekken