„levendig“: bijvoeglijk naamwoord levendig [ˈleːv̊əndəx]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) lebhaft, lebendig, rege lebhaft, lebendig, rege levendig levendig Beispiele levendig houden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig wachhalten figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig levendig houden figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig