kruipen

"kruipen" Deutsch Übersetzung

„kruipen“: werkwoord

[ˈkrœyp-]werkwoord | Verb v <ook | aucha.zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn>

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

kriechen
kruipen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

kruipen ook | aucha. figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig
schlüpfen aus dem Ei
kruipen

kruipen

door het oog van de naald kruipen

mit knapper Not davonkommen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

door het oog van de naald kruipen

onder de wol kruipen

unter die Decke kriechen, schlafen gehen omgangstaal | umgangssprachlichumg

onder de wol kruipen

in zijn schulp kruipen

sich ducken, klein beigeben figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig

in zijn schulp kruipen