„kloppen“: werkwoord kloppenwerkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) klopfen, pochen, schlagen, besiegen, stimmen, zutreffen aufgehen, schlagen klopfen, pochen kloppen kloppen schlagen, besiegen kloppen kloppen stimmen, zutreffen, aufgehen kloppen kloppen schlagen Eier kloppen kloppen Beispiele dat klopt! das stimmt! dat klopt! het klopt als een bus das stimmt haargenau het klopt als een bus binnen zonder kloppen eintreten, ohne anzuklopfen binnen zonder kloppen er werd geklopt es hat geklopft er werd geklopt Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen
