bak

"bak" Deutsch Übersetzung

„bak“: zelfstandig naamwoord

[bɑk]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ken>

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Gefäßonzijdig | Neutrum, sächlich n
bak

Behältermannelijk | Maskulinum, männlich m
bak

Kastenmannelijk | Maskulinum, männlich m
bak

bak
Trogmannelijk | Maskulinum, männlich m
bak

bak
Witzmannelijk | Maskulinum, männlich m
bak

bak
Tassevrouwelijk | Femininum, weiblich f
bak omgangstaal | umgangssprachlichumg

bak omgangstaal | umgangssprachlichumg
Kistevrouwelijk | Femininum, weiblich f Auto
bak

bak
Kittchenonzijdig | Neutrum, sächlich n
bak

Knastmannelijk | Maskulinum, männlich m Gefängnis
bak

bak

Beispiele

aan de bak komen omgangstaal | umgangssprachlichumg

drankommen omgangstaal | umgangssprachlichumg

aan de bak komen omgangstaal | umgangssprachlichumg
aan de bak komen

unterkommen

aan de bak komen
de bak ingaan (of | oderod indraaien, invliegen)

im Kittchen landen

de bak ingaan (of | oderod indraaien, invliegen)
de regen viel bij bakken (uit de hemel) omgangstaal | umgangssprachlichumg

es regnete in Strömen (of | oderod wie aus Eimern) omgangstaal | umgangssprachlichumg

de regen viel bij bakken (uit de hemel) omgangstaal | umgangssprachlichumg

Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen