„appeltje“: onzijdig appeltje [ˈɑpəltĭə]onzijdig | Neutrum, sächlich n <-s> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Äpfelchen Äpfelchenonzijdig | Neutrum, sächlich n appeltje appeltje Beispiele met iemand een appeltje te schillen hebben mit jemandem ein Hühnchen zu rupfen haben met iemand een appeltje te schillen hebben appeltje voor de dorst Notgroschenmannelijk | Maskulinum, männlich m appeltje voor de dorst