„aanval“: zelfstandig naamwoord aanvalzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Angriff, Anfall, Attacke Angriffmannelijk | Maskulinum, männlich m aanval ook | aucha. sport | SportSPORT aanval ook | aucha. sport | SportSPORT Anfallmannelijk | Maskulinum, männlich m aanval aanval ook | aucha. Attackevrouwelijk | Femininum, weiblich f aanval geneeskunde | MedizinMED aanval geneeskunde | MedizinMED Beispiele een aanval van koorts (woede) ein Fieberanfall (Wutanfall) een aanval van koorts (woede) ten aanval trekken zum Angriff übergehen ten aanval trekken