aanleg

"aanleg" Deutsch Übersetzung

„aanleg“: zelfstandig naamwoord

[ˈ-lɛx]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst

(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)

Beispiele

aanleg hebben voor

eine Anlage haben zu (datief, 3e naamval | Dativdat)

veranlagt sein zu (datief, 3e naamval | Dativdat)

eine Begabung haben für (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk)

aanleg hebben voor
in aanleg zijn

im Bau sein

in aanleg zijn
in eerste aanleg juridisch | RechtswesenJUR

in erster Instanz

in eerste aanleg juridisch | RechtswesenJUR
rechtbank van eerste aanleg

Gerichtshofmannelijk | Maskulinum, männlich m erster Instanz

rechtbank van eerste aanleg

Beispiele ausblendenBeispiele anzeigen