„zijdeur“: zelfstandig naamwoord zijdeur [ˈzɛĭdøːr]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Seitentür, Hintertür Seitentürvrouwelijk | Femininum, weiblich f zijdeur zijdeur Hintertürvrouwelijk | Femininum, weiblich f zijdeur figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig zijdeur figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig