vrijdag
[ˈv̊rɛĭdɑx]zelfstandig naamwoord | Substantiv substÜbersicht aller Übersetzungen
(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)
- Freitagmannelijk | Maskulinum, männlich mvrijdagvrijdag
Beispiele
- Goede VrijdagKarfreitagmannelijk | Maskulinum, männlich m