„uitvlucht“: zelfstandig naamwoord uitvlucht [ˈ-flɵxt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Ausflucht, Ausrede, Vorwand Ausfluchtvrouwelijk | Femininum, weiblich f uitvlucht Ausredevrouwelijk | Femininum, weiblich f uitvlucht Vorwandmannelijk | Maskulinum, männlich m uitvlucht uitvlucht