„uitbouw“: zelfstandig naamwoord uitbouw [ˈ-bɑŭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Ausbau, Anbau, Vorbau Ausbaumannelijk | Maskulinum, männlich m uitbouw uitbouw Anbaumannelijk | Maskulinum, männlich m uitbouw Vorbaumannelijk | Maskulinum, männlich m uitbouw uitbouw