„troost“: zelfstandig naamwoord troostzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Trost, Tröstung, Zuspruch Trostmannelijk | Maskulinum, männlich m troost Tröstungvrouwelijk | Femininum, weiblich f troost Zuspruchmannelijk | Maskulinum, männlich m troost troost Beispiele een schrale troost ein schwacher Trost een schrale troost