„scheel“: bijvoeglijk naamwoord scheelbijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) schielend, scheel schielend, scheel scheel scheel Beispiele schele hoofdpijn Migränevrouwelijk | Femininum, weiblich f stechende Kopfschmerzenmannelijk meervoud | Maskulinum Plural mpl schele hoofdpijn scheel zien schielen scheel zien iemand met schele ogen aankijken jemanden mit scheelen Blicken ansehen iemand met schele ogen aankijken