„rouw“: zelfstandig naamwoord rouw [rɑŭ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Trauer Trauervrouwelijk | Femininum, weiblich f rouw rouw Beispiele in de rouw zijn trauern, Trauer tragen in de rouw zijn in rouw dompelen (of | oderod storten) in Trauer versetzen in rouw dompelen (of | oderod storten)