„opwerpen“: werkwoord opwerpenwerkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) aufwerfen, einwenden aufwerfen opwerpen opwerpen einwenden opwerpen opwerpen Beispiele zich opwerpen als sich aufwerfen zu (datief, 3e naamval | Dativdat) sich aufspielen als zich opwerpen als bezwarenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl opwerpen Bedenkenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl äußern bezwarenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl opwerpen
