„onweerlegbaar“: bijvoeglijk naamwoord onweerlegbaar [-ˈlɛɣ-]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) unwiderlegbar, unwiderleglich unwiderlegbar, unwiderleglich onweerlegbaar onweerlegbaar