„mijnheer“: mannelijk mijnheer [məˈneːr]mannelijk | Maskulinum, männlich m <-heren> Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Herr Herrmannelijk | Maskulinum, männlich m mijnheer mijnheer Beispiele mijnheer Janssens (de burgemeester) Herr Janssens (Herr Bürgermeister) mijnheer Janssens (de burgemeester) mijnheer! Entschuldigen Sie! (, mein Herr!) mijnheer!