„groep“: zelfstandig naamwoord groepzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Gruppe, Schar, Trupp, Schul-Klasse Gruppevrouwelijk | Femininum, weiblich f groep Scharvrouwelijk | Femininum, weiblich f groep Truppmannelijk | Maskulinum, männlich m groep groep (Schul-)Klassevrouwelijk | Femininum, weiblich f groep groep