functie
[ˈfɵŋksiˑ]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-s>Übersicht aller Übersetzungen
(Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen)
- Funktionvrouwelijk | Femininum, weiblich ffunctiefunctie
- Amtonzijdig | Neutrum, sächlich nfunctiefunctie
- Tätigkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich ffunctiefunctie
Beispiele
- een functie uitoefenen ( vervullen)eine Funktion ( ein Amt) ausüben ( innehaben)
-