„doel“: onzijdig doel [duˑl]onzijdig | Neutrum, sächlich n Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) Ziel, Zweck, Tor Zielonzijdig | Neutrum, sächlich n doel doel Zweckmannelijk | Maskulinum, männlich m doel doel Toronzijdig | Neutrum, sächlich n doel sport | SportSPORT doel sport | SportSPORT Beispiele een doel maken ein Tor schießen een doel maken doel op zich(zelf) Selbstzweckmannelijk | Maskulinum, männlich m doel op zich(zelf) zich ten doel stellen sich zum Ziel setzen zich ten doel stellen