„charmeren“: werkwoord charmeren [-ˈmeːr-]werkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) bezaubern, entzücken bezaubern, entzücken charmeren charmeren Beispiele niet (bepaald) gecharmeerd zijn van nicht (gerade) angetan (of | oderod entzückt) sein von (datief, 3e naamval | Dativdat) niet (bepaald) gecharmeerd zijn van