„benauwd“: bijvoeglijk naamwoord benauwd [-ˈnɑŭt]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) eng, stickig, schwül, ängstlich, beklommen eng benauwd benauwd stickig benauwd benauwd schwül benauwd benauwd ängstlich Gefühl benauwd benauwd beklommen benauwd benauwd Beispiele het benauwd krijgen es mit der Angst zu tun bekommen het benauwd krijgen ik krijg het benauwd mir wird schlecht ik krijg het benauwd