„afjagen“: werkwoord afjagenwerkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) abjagen, abhetzen, fort-, wegjagen abjagen afjagen afjagen ook | aucha. abhetzen Pferd afjagen afjagen fort-, wegjagen afjagen afjagen