„abonneren“: werkwoord abonneren [-ˈneːr-]werkwoord | Verb v Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) abonnieren abonniert haben beziehen Beispiele zich abonneren (op) abonnieren zich abonneren (op) geabonneerd zijn op abonniert haben geabonneerd zijn op geabonneerd zijn op ook | aucha. beziehen Zeitung geabonneerd zijn op