„aanvankelijk“: bijwoord aanvankelijk [-ˈv̊ɑŋkələk]bijwoord | Adverb adv Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) anfangs anfangs aanvankelijk aanvankelijk „aanvankelijk“: bijvoeglijk naamwoord aanvankelijk [-ˈv̊ɑŋkələk]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Übersicht aller Übersetzungen (Für mehr Details die Übersetzung anklicken/antippen) anfänglich anfänglich aanvankelijk aanvankelijk