Wörter auf Niederländisch, die mit G beginnen – gepland ... gereedheid
- gepland
- geplaveid
- geplisseerd
- geploeter
- geplogenheid
- geplooid
- geplozen
- gepoch
- gepocheerd
- gepolijst
- geporteerd
- gepraat
- geprefabriceerd
- geprevel
- geprezen
- geprikkeld
- geprononceerd
- gepruts
- gepruttel
- gepuf
- geraakt
- geraamte
- geraas
- geraaskal
- geradbraakt
- geraden
- geraffineerd
- geraken
- gerammel
- geranium
- gerant
- geratel
- gerecht
- gerechtelijk
- gerechtigd
- gerechtigheid
- gerechts-
- gerechtsdeurwaarder
- gerechtsdienaar
- gerechtsgebouw
- gerechtshof
- gerechtvaardigd
- gereden
- gereed
- gereedheid